Het is weer tijd voor een
verslag, want ik heb aan 2 weekendtoernooien meegedaan: de open
kampioenschappen van Limburg en Utrecht. Bij beide is niet heel veel
gebeurd, maar samen is het wel genoeg voor een verslag. Bovendien kan
ik de toernooien zo ook een beetje vergelijken.
Ook is het een vrij
relaxed toernooi om te spelen, want het is in een lang weekend, en de
speeltijden zijn daarom zodanig dat je niet tot 's avonds laat hoeft
te spelen. Er is dan ook altijd ontzettend veel jeugd, die ik bijna
allemaal ken van het NK, dus het is heel gezellig tussen de partijen
door. Dat is de manier om ook mijn zus Sandra aan de start te
krijgen. Zelf had ik mijn zinnen gezet op de damesprijs van 200 euro.
Dat bepalen ze slim door de TPR van de beste dames uit de
verschillende groepen te vergelijken. Ik betaalde dan ook zelf mijn
inschrijfgeld. Mijn vader wil het ook wel voor me betalen, maar dan
eist hij ook altijd de helft van het prijzengeld. Want volgens hem
luidt de belangrijkste wet uit de economie, die hij er bij ons
regelmatig instampt: “Wie minder risico loopt krijgt ook minder
rendement, en daarom zouden ambtenaren minder moeten verdienen dan
vergelijkbare anderen!”
Het toernooi werd
gespeeld in een grote sporthal, en alles liep eigenlijk prima. Er
waren veel grootmeesters, liveborden, rondeverslagen, demonstraties,
een boekenstand, en er was volop eten en drinken te krijgen, zowel
binnen als vlak buiten de speelzaal. Vooral de McDonalds had grote
aantrekkingskracht op de jeugdspelers, en op grootmeesters zoals
Sokolov. De enige minpuntjes waren denk ik dat de liveborden en
rondeverslagen alleen voor de A-groep waren, dat je geen eigen eten
en drinken mocht meenemen in de zaal, en onhandig met
consumptiebonnen moest betalen.
Voor mij en Sandra liep
het toernooi vrij aardig. Het was supergezellig tijdens en tussen de
partijen door, wat voor mij niet altijd goed was voor de
concentratie, en voor Sandra tot veel remises leidde. Zoals
gewoonlijk praatte Lucas weer aan 1 stuk door, al kregen wij hem af
en toe heel even stil. Als je bijvoorbeeld aan hem vraagt tegen wie
hij gespeeld heeft, antwoordt hij meestal: “Tegen mijn tegenstander.”
De meeste mensen zijn dan even stil, maar als mijn moeder dan meteen
antwoordde: “Kan niet, daar had je gister ook al tegen gespeeld!”,
dan moest hij zelf toch een paar seconden nadenken. Toen hij
halverwege het toernooi ermee ophield, vond zelfs Sandra het dan ook
iets minder gezellig, ook al noemde hij haar steeds Sara.
.jpg)
Bij het ingaan van de
laatste ronde stond ik een half punt achter de concurrent voor de
damesprijs. Zelf won ik en zou met 1980 een hogere TPR hebben, als
zij remise zou spelen tegen Robin. Die is even oud als ik, dus kennen
we elkaar al jaren van NKs en EKs. Bij het hedgefund van mijn vader zeggen ze altijd: “Een vriend is pas een vriend als je er geld aan
hebt verdiend!”, dus dat mocht hij nu bewijzen. Robin won zijn
partij, mijn investering betaalde zich uit, dus we zijn nu vrienden
voor het leven. Nou ja, tot we weer tegen elkaar moeten spelen dan...
Terug konden we meerijden
met onze clubgenoot Rob, die net als mijn moeder ook in Limburg
geboren is. Er werd dus flink gekletst in de auto, en we waren nog
redelijk op tijd weer thuis ook. Ik ga volgend jaar zeker weer!
Het tweede toernooi dat
ik gespeeld heb is het open kampioenschap van Utrecht. Eerst zag het
er niet naar uit dat ik mee kon doen, want ze spelen op een nieuwe
locatie. Die locatie is niet alleen ver van elk station, maar er
bleek ook geen hotel op loopafstand te zijn. Eerst wou mijn vader
daarom niet gaan. Maar gelukkig had ik vorig jaar een blog over het OKU gemaakt, waardoor uit betrouwbare bron bleek dat er in het hotel
vlakbij station Utrecht een uitstekend ontbijtbuffet was. Toen was
hij toch wel over te halen...
Op weg naar Utrecht dacht
ik aan de leuke restaurants van vorig jaar, en leek het me weer een
mooie stad om later te gaan wonen. Maar toen we bij het station
aankwamen, bleek die hele omgeving veranderd in een enorme lelijke
bouwput, dus toen dacht ik er heel anders over. Gelukkig was het
uitzicht op de 13e verdieping in ons hotel de andere kant op, dus dat
zag er toch wel mooi uit. We moesten met de bus naar de speelzaal,
wat ongeveer 20 minuten duurde. Onderweg zagen we veel soorten
winkels die we in Heerhugowaard niet hebben: niet alleen een
Russische en een Poolse supermarkt, maar ook tattooshops, en winkels
voor zeer bijzonder ondergoed of extreem hoge hakken voor heel
speciale gelegenheden. Kennelijk zien ze er in een stad graag goed
uit, al verstaan ze er net iets anders onder dan op het platteland...

Wat voor de meest spelers
ook wennen was, waren de stoelen. Velen gingen nietsvermoedend
zitten, dachten dat ze van hun stoel vielen, of er doorheen zakten,
maar dat gebeurde dan net niet. Vaak gingen ze stiekem ruilen met de
stoel van hun buurman, als die er nog niet was. Maar dat hielp
natuurlijk niets. Zelfs tijdens de partijen zag je veel deelnemers,
vooral de toppers, stoelen uit de kantine en verder halen. Het leek
dus wel een stoelendans, wat eigenlijk wel grappig was, dus dat vond
ik niet erg. Wat ik wel jammer vond was dat je geen bier mocht
drinken in de speelzaal. Zoals ook al in het verslag over het
Noteboomtoernooi te lezen valt kost zo'n maatregel mij namelijk
geheel buiten mijn schuld punten!
Het toernooi was weer uitstekend georganiseerd, met liveborden en leuke rondeverslagen, ook voor
de lagere groepen. Dat lijkt mij prima, ook al vond Lucas die spelers
daarvoor niet goed genoeg. Ook deden er veel topspelers mee en waren
er leuke prijzen te verdienen: mijn clubgenoot Frank kreeg
bijvoorbeeld de prijs voor de snelste winst in ronde 2 in de A-groep.
Zijn tegenstander stond al na 7 zetten verloren, en Frank hoorde hem
later opmerkelijk commentaar geven tegen zijn vrienden: “Die Agter
zat er puur voor de punten, wilde helemaal geen leuke partij spelen.
Hij speelde 1.c4, kan je nagaan!”
Ik speelde in de A-groep,
en had een rating iets onder de helft. In de eerste ronde had ik dus
niet alleen een goede kans om tegen een topper te spelen, maar ook
op een tegenstander kleiner dan ikzelf, want bovenin zaten 'groten'
uit de schaakwereld, zoals Andersson en Peng. Uiteindelijk speelde ik
tegen Mees, die inderdaad kleiner is dan ik. Maar hij won wel, al
duurde de partij best lang.
Even later was ook mijn
vader klaar en was het al bijna half 12, omdat we iets te laat waren
begonnen. Toen bleek pas goed waarom deze locatie voor OV-reizigers
toch echt een stuk minder gunstig is. De ene bus hadden we net
gemist, en de andere bleek om die tijd alleen nog om het uur te gaan.
Waar we vorig jaar in 20 minuten lopen terug waren, moesten we nu
lang wachten op een even lange busreis. Ik lag dus pas om kwart voor
1 in bed, wat wel heel veel later is dan normaal. De volgende dag
moesten we om uitgebreid te ontbijten en vervolgens de bus weer te
halen al heel vroeg op, dus dat was niet ideaal.
Een paar grootmeesters,
zoals Peng en Dimitri kwamen af en toe bij mijn partijen kijken, vast
tot verbazing van mijn tegenstanders. Dimitri kwam zelfs een keer bij
mijn vader in de B-groep kijken. Die tegenstander was denk ik
helemaal niet voorbereid op een grootmeester die zijn partij bekeek,
want mijn vader won die partij, terwijl hij normaal meestal een dik
gewonnen stelling opbouwt en dan gewoon een stuk laat slaan of zo.
Ook zorgde Dimitri ervoor dat ik een paar consumptiebonnen van de
organisatie kreeg, waardoor hij ook een beetje voor dit verslag
gezorgd heeft. Trouwens best een mooi systeem, die
consumptiebonnen...
Bij dit toernooi was
aanmerkelijk minder jeugd dan in Limburg, en er waren vooral
serieuzere jeugdspelers die voornamelijk met schaakpartijen bezig
zijn. Maar Lena was er, en ook Lucas mocht weer meespelen nu zijn
rating veilig was gesteld. Hij praat net als ik vooral over andere
dingen. Toch had hij het dit keer ook over een serieus
schaakonderwerp: “ Ik heb liever een coach die me voor de partij
een banaan geeft, dan iemand die de opening doorneemt. Die opening
komt toch zelden op het bord, maar door die banaan voel je je de hele
partij beter!” Nu ik erover nadenk, geloof ik dat hij nog gelijk
heeft ook. Misschien kan de bond zelfs wel de resultaten verbeteren
en tegelijk geld besparen door geen sterke spelers meer als coach mee
te sturen naar het EK jeugd, maar in plaats daarvan bijvoorbeeld een
moederchimpansee!
Lucas gaat trouwens niet
graag op de foto. Hij werd in elk geval wild als mijn vader een foto
van ons probeerde te nemen, en rende dan alle kanten op. Maar hij had
totaal niet door dat als mijn vader duidelijk liet zien dat hij geen
foto aan het nemen was, en Lucas daar scherp op lette, René Olthof
het dan natuurlijk nog wel kan doen...